De reden dat de APAN in 2005 in haar 25ste jubileumjaar kwam met de introductie van een internetsite, had niet te maken met het verstrekken van algemene archeologische informatie, want de APAN had geen behoefte om de bekende en geaccepteerde visies over de verschillende Steentijd culturen nogmaals te bevestigen. Dit gebeurde al genoeg op andere sites. Liever presenteerde de APAN nieuwe visies. Alleen zo kon er een genuanceerder beeld over de Steentijd worden opgeroepen. Dit omdat we gezien hadden dat in die afgelopen 25 jaar veel leden op de APAN-dagen met vondsten en visies kwamen aanzetten, die niet altijd in het algemene officiële beeld pasten.
Binnen de APAN wordt dan ook zeer kritisch gekeken naar de verrichtingen van de officiële wetenschap en waar nodig wordt die wetenschap middels publicaties geïnformeerd over gevonden onjuiste interpretaties en nieuwe APAN-visies. Met het beschrijven van voor ons land nieuwe paleolithische culturen neemt de APAN met afstand het voortouw. Dit is niet altijd zo geweest, maar is een logisch gevolg op gebeurtenissen uit de vorige eeuw.
Op de APAN website komen een aantal spraakmakende gebeurtenissen uit die tijd aan de orde. Soms zal er diep op worden ingegaan, soms wat algemener. We kiezen er echter voor om alle aangehaalde zaken te zien als actueel.
Dit gaat zeker op voor de zaak Vermaning, die als een rode draad door de Nederlandse archeologie loopt. De meest recente wetenschappelijke publicaties over deze affaire verschenen nog eind 2003 en eind 2004. Vandaar dat de zaak Vermaning ook als een rode draad door de APAN-website loopt. De draad kan gezien worden als de draad van Ariadne, die daarmee de weg terug kon vinden uit het doolhof. Onze draad voert echter terug naar het middelpunt van dat doolhof. We gaan hem volgen naar het begin, meer dan een kwart eeuw terug, want wat zich daar soms afspeelde heeft directe gevolgen voor het heden.
Er zullen vele namen en begrippen genoemd worden die in eerste instantie voor u niet duidelijk zullen zijn. Zoals reeds gesteld, het is de actualiteit en daarom gaat het niet om de uiteindelijke historische beschrijving van een afgesloten periode en wat de plaats was van al die personen en wat de betekenis was van al die begrippen. Het gaat om de huidige archeologie-beleving van de amateurs Steentijd, die zich hebben verenigd binnen de APAN; de Aktieve Praktijk Archeologie Nederland.
De vondsten werden gedaan door amateur archeologen en voorgelegd aan archeologen van de wetenschap. Zo hoorde het en zo deed men het al tijden. Helaas zou het deze keer faliekant mis gaan.
De Homo erectus van de stuwwallen werd ondanks de duizenden artefacten, waaronder tientallen vuistbijlen, door de officiële wetenschap niet serieus genomen. Pas nadat buitenlandse beroeps archeologen de wetenschappelijke waarde ervan erkenden, ging men eens ter plaatse kijken. Het enige wat er nog gedaan kon worden was een soort noodopgraving, omdat het grootste deel van de vondstvoerende lagen al was weg gegraven.
En dan de honderden artefacten van de Drentse Neandertaler, waaronder een significant deel in situ vondsten, deze werden nadat een aantal Groninger ge-leerden er bijna tien jaar lang goede sier mee hadden gemaakt, door diezelfden zonder 'geijkte archeologische argumenten' vals verklaard. De Limburgse Jabeektraditie geslagen in de specifieke buffertechniek, werd afgedaan als 'tractorwiel druktechniek cultuur'. Niet bestaand dus.
Daarmee kwam het universitaire onderzoek van het Paleolithicum van ons land, in nagenoeg stilstaand vaarwater terecht. Daar zit men nu al meer dan dertig jaar in te roeien en het levert maar geen nieuwe vondsten op, laat staan nieuwe inzichten. Integendeel de oude inzichten worden herhaald en herhaald en telkens weer worden de oude wankele 'onafhankelijke argumenten', w.o. het windlakdogma, gestut met zgn. nieuwe die, en het is niet anders, alleen maar uit ad hoc hypothesen bestaan.
Tot voor 2005 bestond er binnen de APAN geen behoefte aan een website. De APAN had genoeg aan het tijdschrift APAN/ EXTERN. Daarvan zijn inmiddels twaalf nummers verschenen. Daarin wordt veel aandacht besteed aan de Oude Steentijd middels het beschrijven van vondst complexen. Ook worden de resultaten van eigen onderzoek gepubliceerd, die vaak geïnspireerd zijn door wetenschappelijke visies. Tevens wordt er veel geschreven over het falende wetenschappelijk steentijdbeleid van de afgelopen 40 jaar. Daar zitten soms harde kritieken tussen.
Dit had de APAN echter niet geïsoleerd van de wetenschap, gezien het feit dat de APAN-dagen vaak gehouden werden in musea en wetenschappelijke instellingen, waaronder de R.O.B. en de universiteit van Leiden. Wetenschappers kwamen op uit-nodiging graag lezingen houden voor de APAN en soms op eigen verzoek, zoals prof. dr. G. Bosinski. Na de valsverklaring van Eemster in 2004 door het team Roebroeks is de verstandhouding er echter niet beter op geworden.
Op de APAN-dagen worden vele artefacten getoond, de meest recente oogst zogezegd. Dit heeft geresulteerd in drie determinatiedagen; in Empel met prof. dr. Bosinski, in Amersfoort met prof. dr. W. Roebroeks en in Leiden met laatstgenoemde, aangevuld met prof. dr. L. Louwe Kooijmans. Deze wetenschappers doen soms opzienbarende uitspraken, of wensen zich soms niet uit te spreken, accepteren soms zeer omstreden zaken en soms komen hun uitspraken vrijwel overeen bij het niet accepteren van vondsten uit een bepaald gebied of tijdperk.
Het zijn leerzame en dynamische bijeenkomsten. Door de APAN opgezet om het Paleolithicum actueel te houden. Ook al worden er in onze ogen een aantal verschillende culturen uit die periode niet geaccepteerd door de wetenschap, waaronder het Smildien van de Neandertalers van Vermaning.
“Scherpe stenen op mijn pad” van prof. dr. H.T. Waterbolk. Na 40 jaar weet de professor eindelijk hoe de zaak Vermaning in elkaar steekt en wie de hoofdschuldigen zouden zijn. Verbazend is dat Vermaning daar niet meer tussen zit, maar dat dit de beroeps archeoloog dr. A. Bohmers en de amateur archeoloog A. Wouters zouden zijn geweest. De eerste als bedenker en de tweede als de maker van de artefacten.
Vermaning was hun slachtoffer, evenals de totale archeologische wetenschap, de pers en het Nederlandse volk. De pers heeft de visie van Waterbolk nauwelijks bekritiseerd en acht bijna algemeen zijn hypothese aannemelijk en middels paginagrote recenties werd het uitvergroot. Vanuit de archeologische wetenschappelijke kring is er nog geen enkel officieel standpunt ingenomen. De APAN denkt dat dit wel noodzakelijk is, aangezien prof. Waterbolk zijn boek als een wetenschappelijke verhandeling beschouwt.
Het tijdsbeeld dat prof. dr. D.F.J. Bosscher (hoogleraar eigentijdse geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen) schetste, zoals verwoord in zijn toespraak tijdens de presentatie van het boek, in de Magnuskerk te Anloo, zien we als een afleidingsmanoeuvre. Zijn toespraak werd integraal afgedrukt in het Drents historisch tijdschrift Waardeel nr. 1 - 2004 en in bewerkte vorm in Spiegel Historiael van juni 2004. Eigentijdse geschiedenis heeft niets te maken met archeologie. Deze constatering moet voorlopig genoeg zijn om aan te geven dat de waarde van zijn mening nihil is.
Maar met de steun in de rug van prof. Bosscher lijkt het wel alsof prof. Waterbolk de zaak Vermaning zou hebben opgelost en dat daarmee de discussie gesloten zou zijn. Niets is echter minder waar. Volgens de APAN is er nog steeds geen sluitende bewijsvoering geleverd waarmee aangetoond zou zijn dat de gewraakte artefacten vervalsingen zijn. Ook niet door Waterbolk in zijn meest recente boek, niet door Bosscher, door niemand niet. Het aanwijzen van schuldigen zien we dan ook als een criminele daad op zich.
Een van de vals verklaarde artefacten die een rol heeft gespeeld in de rechtszittingen tegen Vermaning, de Leemdijkbijl, werd na onderzoek door dr. Henk Kars in het jaarverslag van de ROB van 1988 zelfs authentiek verklaard. Prof. dr. G. Bosinski verklaarde op de APAN-dag op 2 mei 1998, in café de Sport te Empel, vals verklaarde artefacten van Hijken, Ravenswoud en Eemster als “alt patiniert” en “dies sind gute Sachen” en “ganz in Ordnung”. Hem was van tevoren meegedeeld dat het om artefacten uit de collecties van Vermaning ging, die hij in het verleden nog als vervalsingen zag. Een nieuwe mening dus.
De in de afgelopen jaren in de APAN/ EXTERN gepubliceerde onderzoeken het noordelijk Paleolithicum aangaande, wijzen alle op de authenticiteit van het Smildien van Vermaning. Ook vondsten van andere amateurs, gedaan op het Drents keileemplateau, blijven de echtheid bevestigen. Sterker nog, die vondsten wijzen er op dat er inmiddels van meerdere verschillende in situ Paleoculturen sprake is. Deze gegevens staan lijnrecht tegenover de gegevens van de wetenschap, die beweert dat er op het Drents keileemplateau, na de valsverklaring van het Smildien van Vermaning, geen enkele in situ vondst uit het Paleolithicum aanwezig zou zijn.
Nieuwe meldingen van in situ Paleo vondsten uit de stuwwallen van de Utrechtese Heuvelrug maken ook die regio weer actueel. De Maasterrassen met daarop het Oud Paleo van Limburg blijft intrigeren. Het is mede daarom dat de APAN zoveel aandacht blijft vragen voor de Oude Steentijd van ons land. Ook op 'apanarcheo'.
De vuistbijl 'Het oog van Ravenswoud'. Door Vermaning gevonden op 13 oktober 1974, nabij het dorp Ravenswoud. Deze bijl was de laatste vondst van betekenis die Vermaning in zijn archief opnam. In 1975 werd de bijl vals verklaard; o.a. door prof. dr. G. Bosinski. Dezelfde professor verklaarde echter op de APAN-dag in 1998 in café de Sport te Empel de bijl weer 'alt patiniert und ganz in Ordnung'. Foto: A. K.G.. Klik op de foto voor de originele handgeschreven vondstomschrijving van Vermaning zelf. |
Midden/boven:
spitsschaaf. Links: Levalloisrestkern. Rechts: vuistbijl met niet snijdende
talon. Gevonden in de groeve 'Leccius de Ridder' in Rhenen, gelegen op
de stuwwal van de Utrechtse heuvelrug. Voormalige collectie en foto: A. Wouters. Klik op de foto voor een complete 'toolkit'. |
Al generaties lang wordt in de archeologische wetenschap het begrip 'windlak' gehanteerd in relatie met de bepaling van de ouderdom van Midden Paleolithen van het Drents keileemplateau. Het is een soort hoogglans op vuursteen, wat ontstaan zou zijn door 'wind beladen met zand en of stof ' tijdens de koudste fase van de Weichsel ijstijd. Het zou dus veroorzaakt zijn door zandstralen of polijsten. Hierdoor zou er een laagje van de steen verdwenen moeten zijn. Het merkwaardige is echter dat 'windlak' een op de steen afgezet laagje is. De dikte ervan is zelfs meetbaar. Wanneer de wetenschap gelijk zou hebben met de zand en of stof theorie, dan zou de helft van de hoogglans steen, dus met 'windlak', die APAN-onderzoeker G.J. van Noort, aan een strandpaal op het eiland Texel bevestigde, hoogglanzend moeten zijn gebleven, of nog glanzender hebben moeten worden. De steen werd rechts onder aan de paal bevestigd, pal op de wind. Na drie maanden voegde Van Noort de beide helften van de steen weer samen. Het gezandstraalde en het niet gezandstraalde deel. Foto: G.J. van Noort. Klik op de foto om het resultaat zichtbaar te maken. |
Op zaterdag 13 december 2003 was de APAN te gast op de universiteit Leiden. Aldaar werd de APAN/EXTERN nr. 10 gepresenteerd. Prof. dr. W. Roebroeks verzorgde 's mid-dags een determinatiesessie. De dag werd door vele APAN-leden bezocht. Op de foto v.l.n.r.: Giel Helmers, prof. dr. W. Roebroeks, Hans van Heck en Frits van Gennip. Op de tafel vele vuistbijlen uit de omgeving van Le Grand Pressigny. Klik op de foto voor een verdere sfeerimpressie van deze APAN-dag. |
De
zgn. wetenschappelijke verhandeling over de zaak Vermaning "Scherpe
stenen op mijn pad" van prof. dr. H.T. Waterbolk. Het wachten is
op een reactie van wetenschappers uit het vakgebied. Foto: Heveskes Uitgevers. Klik op de afbeelding voor de serieuze bespreking door Anton van der Lee. Deze besreking kan als een pdf. uitgeprint worden. Voor de eerste APAN-reactie op het boek, welke als inlegvel bij de presentatie van EXTERN 10 werd meegeleverd en een satirische boekbespreking klik hier. |
De Leemdijkbijl is een Acheuléen vuistbijl van het type 'limande', door Vermaning in november 1969 gevonden op de Oude Leemdijk te Smllde. De algemene naam van deze bijl is dan ook Leemdijkbijl. De bijl werd in 1975 vals verklaard, mede omdat het oppervlak ervan volkomen dof zou zijn en dat de wel aanwezige glans kunstmatig zou zijn aangebracht. De wetenschappers die de bijl hadden vals verklaard hebben hem niet alleen met water en zeep proberen te ontglanzen, zelfs nog in de rechtszaal. maar ook met diverse chemische middelen, waaronder zeer agressieve. De glans keerde echter telkens terug, maar wordt nog steeds afwasbare glans genoemd. De APAN heeft altijd beweerd dat de glans de ouderdom illustreert, evenals de aanwezigde kleurpatine. Klik op de foto voor de bewogen geschiedenis van de Leemdijkbijl |