Home Film Vondsten Actueel Eemster Vermaning APAN/EXTERN Contact Links
DRIE VAN DE ZES GELABELDE STUKKEN

Teksten zijn in samenspraak met Govert van Noort tot stand gekomen. Citaten zijn afkomstig van @rcheoforum en van de weblog van dhr. J.F. Kloosterman. Indien u op die weblog de discussie wilt lezen, zoals tot nu gevoerd, dan kunt u de volgende tekstregel daarvoor aanklikken: http://jankloosterman.web-log.nl/

*) De benaming 'Hyalithicum' is een voorstel van Marcel Niekus. Hij opperde deze benaming voor al de los gevonden hoogglanzers van het Drents keileemplateau, in een bijdrage aan de discussie op de weblog van Jan Kloosterman. Hij heeft de APAN toestemming gegeven om deze naam als eerste te lanceren.
Een andere benaming ervoor zou volgens hem het niet bestaande 'Drift-Markkleebergien' kunnen zijn.

Klaas Geertsma (foto's ook) naar het begin van de pagina

DE VERZONNEN NEANDERTHALER
Vitrine 1. Klik op de foto voor een vergroting. Het IJstijden Museum
in Buitenpost is ingericht met een aantal fraaie vitrines. Aan de wand, bij de ingang van de expositie, deze opstelling met 'het bewijs' dat de Neanderthaler in Friesland zou zijn geweest. Hierin ziet men de 'Hyalithicum'-artefacten die door de Neanderthalers ter plaatse achtergelaten zouden zijn. Op een enkel 'vers' afslagje na zijn het allemaal hoogglanzende stukken. Bij enkele artefacten is aangegeven waar ze gevonden zijn. De meesten liggen echter zonder type-aanduiding en zonder plaatsaanduiding in het zand. De artefacten komen wat Friesland betreft, uit de wijde omgeving van Buitenpost. De enige Friese vuistbijl op de expositie is gevonden in Hemulum in Gaasterland.
Het andere deel in deze vitrine komt uit Overijssel en Drenthe. In totaal zijn er vier vuistbijlen gevonden in Friesland, nl. de vuistbijlen van
Wijnjeterp, Olde Holtpade, Elahuizen en de 'halve' van Hemulum. Al deze artefacten worden gerekend tot de Neanderthal cultuur van na de Saale-ijstijd. De meesten, waaronder de vuistbijlen, worden geplaats in het Micoquin en Moustérien van de MTA-traditie, van 130.000 tot 50.000 BP. Binnen deze tijdsfase wordt ook de Levallois-techniek gerekend. Een voorbeeld daarvan zou de zwarte Levalloiskern van Oudwoude zijn. De bladspitsen worden ondergebracht binnen de eindfase van de Neanderthalcultuur, van 50.00 tot 35.000 BP. Dit zou bewijzen dat de laatsten van het ras nog in Friesland vertoefden. Voorwaar belangrijke artefacten. Zou dit ook internationaal bekend worden gemaakt?
Nieuwsgierig geworden door berichten in de media over de speciale expositie 'Neanderthalers in Fryslân, in het IJstijden Museum in Buitenpost, ben ik op zondag 18 mei 2008 daar eens gaan kijken.
Het IJstijden Museum maakt deel uit van de Kruidhof, de grootste botanische kruidentuin van Nederland met 17 verschillende thematuinen. In de tuin is ook het 'Hof van de prehistorie' ondergebracht. Deze bestaat uit een enorme hoeveelheid zwerfstenen van het Drents/Friese keileemplateau. Al met al is er dus veel te zien, te ruiken en te leren. De tuin en de expositieruimte zijn gelegen aan de rand van Buitenpost, aan de Schoolstraat om precies te zijn. Wilt u eens toerist in eigen land spelen, dan mag u een bezoek aan deze tuin en dit museum beslist niet overslaan. De tuinen laat ik in onderstaande onbesproken, het gaat alleen over archeologie.

Foto 1 t/m 4: Diverse 'Hyalithicum'-artefacten uit de omgeving van Buitenpost. Type-artefacten zijn niet aanwezig. Gevonden door drs. Lammert Postma.
Foto 5: Mander-'Hyalithicum'.
Postma pleit in @rcheoforum voor een opgraving op de Mander-akker.
Hij zou dichter bij huis al kunnen beginnen, want hij woont in Buitenpost.

Vitrine 1. Schaaf van Steenwijk. ± 7 cm lang, 4 cm breed en 2 cm dik. De bewerking is hier nauwelijks te zien. Om dat beter zichtbaar te maken klik op vergroting. Het werd op @rcheoforum gepresenteerd.

Vitrine 1. De prachtige 'bladspits' van Steenwijk. Waarom het niet beter geëxposeerd wordt is vreemd. De lengte is 6,5 cm en de breedte is 3,5 cm. Het werd op @rcheoforum gepresenteerd.

Wanneer de 'bladspits' van Steenwijk volgens de determinatie methode van prof. Bosinski bekeken wordt, dan blijkt het om een geheel ander type werktuig te gaan, nl. om een 'bladvormige schaver' uit het Markkleebergien van 180.000 BP. Daarbinnen wordt het zelfs als een type-artefact beschouwd. Het kenmerk van deze schavers is dat ze op doorsnee een 'S' vormig zij-aanzicht hebben. En dat is bij dit artefact ook het geval. Voor een gedetailleerde foto klik op spits. Het artefact werd op @rcheoforum gepersenteerd.

Aan dit stuk wordt zoveel waarde gehecht dat men het plaatst naast een viertal andere los gevonden stukken uit ons land. En aangezien de drie uit het Noorden een ronde basis hebben en de zuidelijke een spitse, wordt er op @rcheoforum zelfs van twee aparte Neanderthal-culturen gesproken. De scheidslijn ertussen was toen ook al de barrière van de grote rivieren. Archeologie lijkt op deze manier een gemakkelijk vak en in situ's zijn blijkbaar niet nodig om tot dergelijke inzichten te kunnen komen. Of is dit iets waarmee de Nederlandse wetenschap in het buitenland kan doorbreken? Als er op een klein grondgebied als dat van het huidige Nederland door deze Paleo-wetenschappers al een zo duidelijke Neanderthal- cultuurscheiding aangewezen kan worden, wat zouden ze dan internationaal wel niet kunnen betekenen?

Deze deskundigen zouden alle los gevonden 'windlak'artefacten uit de kalkrijke gebieden van heel Europa eens moeten gaan beoordelen. Mogelijk heeft het 'Hyalithicum' een grote verspreiding.
Want overal waar kalk is en water, daar kan onder de juiste milieu-omstandigheden hyaliet afgezet worden/zijn op stenen. Dit milieu was in Noord-Nederland alleen aanwezig tijdens en direct na het afsmelten van het landijs van de Saale, ± 125.000 BP (G.J. van Noort). Alle artefacten met hyaltiet uit dit gebied zijn dus ouder en behoren tot de culturen van het Markkleeberg en het Heidelbergien. Daarna verzuurde de bodem door plantengroei en stopte het hyaliet- azettingsproces. In Frankrijk, het kalkland bij uitstek, wordt heden ten dage nog wel gewoon hyaliet op stenen afgezet mits de milieu-omstandigheden daartoe optimaal zijn. De hoofdredacteur van @rcheoforum meldt in een ingezonden brief op de weblog van dhr. Kloosterman, dat hij al gestart is met een onderzoek en dat hij reeds vele Franse 'hyaliet'vuistbijlen onder de loep heeft genomen. Van Noorts theorie klopt dus.

En genereus als de hoofdredacteur is, heeft hij een prijs in petto gesteld voor degene die de komende vakantieperiode de meeste Franse 'hyaliet'vuistbijlen – uiteraard met glans en putjes – voor Van Noort meebrengt. Toch een redelijke hommage aan deze onderzoeker. Voor degenen die aan de wedstrijd willen deelnemen, zie voor meer info onderaan de pagina.

ARTEFACTEN VAN SCHUILENBURG
De werkelijke Friese Neanderthaler was ooit aanwezig op de plaats waar nu de zandzuigerij Schuilenburg gevestigd is. Het dichtstbijzijnde dorp is Oostermeer (Eastermar). Collectie gebr. Geertsma. Klik op de foto's voor vergrotingen en nadere uitleg.
De echte 'Neanderthaler in Fryslân' was hier. Schuilenburg.
Vitrine 1. Schaaf van Borger. 6 cm lang, 2,8 cm breed en ongeveer 1,5 cm dik. De bewerking is minimaal. Het is een bijgeretoucheerd opraapstuk. Het werd op @rcheoforum gepresenteerd. Voor een grotere foto klik op vergroting.
UIT DE OMGEVING VAN BUITENPOST

Friesland was mogelijk een soort luilekkerland, waar het wild gebraden en al uit de lucht kwam vallen, want de Neanderthaler had in die provincie niet meer nodig dan wat kleine afslagjes en nog wat ander ondefinieerbaar gereedschap om te kunnen overleven. Daarnaast nog een enkele kleine bladspits, dat was genoeg. Dat kan toch geen jacht- en slachtinventaris genoemd worden van deze ultieme vleeseter.
Wat had hij er mee moeten aanvangen met de jacht op en de slacht van mammoet, wolharige neushoorn, sabeltandtijger, reuzenhert, wolf en paard? Bovendien gaat het om hier en daar wat los gevonden eenlingstukken van het 'Hyalithicum', ook wel genoemd 'Drift-Markkleebergien', zonder ook maar een spoortje van een nederzetting, maar dat is eigen aan deze cultuur.

De Neanderthaler hield blijkbaar ook van veel kleurvarianten in zijn toolkitje, van zwart tot rood via geel en grijs naar wit. Natuurlijk is het bekend dat er ook nog vier vuistbijlen in Friesland zijn gevonden. In het keizand van de sloot waarin de vuistbijl van Wijnjeterp werd gevonden werd een opgraving verricht, maar er werd niets bijgevonden. Op de akker waar de bijl van Oldeholtpade is gevonden, was men van plan een opgraving te verrichten. Indien dat was gebeurd en indien er wat was gevonden, bv "De Nederzetting', dan was dat vast via de media wel bekend geraakt. De vuistbijl van Elahuizen werd ontdekt tijdens de renovatie van een oud tegelpad. Het werd aangetroffen in het zand onder de tegels. Waar dat zand vandaan kwam was niet bekend. Wel bekend is dat de keileem ter plaatse op ± 10m diepte zit! De vuistbijl van Hemulum tenslotte was weer een losse vondst op een akker. De wetenschap heeft besloten om op die vindplaats geen verder onderzoek te doen, omdat de vondstomstandigheden te weing aanknopingspunten gaven om te kunnen bepalen waar men dan precies de schep in de grond zou moeten steken. Dus wel artefacten, maar geen nederzettingen. En zoals al vaker opgemerkt, o.a. over de vindplaats Mander; artefacten met hyaliet op het oppervlak zullen nooit naar een in situ wijzen. Deze "Neanderthaler in Fryslân' bestaat niet, hij is verzonnen.

Die andere bestaat echter wel, die van de 'verse' artefacten, van Schuilenburg bijvoorbeeld. In die toolkit wel een eenheid in kleur, materiaal en glans. Dat was een echte nederzetting, met veel materiaal vlakbijeen. En landschappelijk ook heel mooi gelegen aan de rand van een waterplas met hemelblauw water, ook al is die plas van ver na zijn aanwezigheid ter plekke. Dat doet er nu even niets aan af, het 'klopt' precies.

TOEN DIT GING SMELTEN
Het kalkrijke landijs van de Saale-ijstijd bedekte tot 130.000 jaar geleden de noordelijke helft van ons land. Bij het afsmelten kwamen de erin opgenomen stenen en artefacten vrij. Tijdens en direct na dit proces werd er hyaliet op afgezet. Wilt u meer daarover weten, klik dan op de foto.
OVER EEN DUBIEUZE EXPOSITIE IN HET IJSTIJDENMUSEUM - BUITENPOST IN 2008
terug naar het begin van de pagina
Klik op de foto's voor vergrotingen en uitleg.
Op de site Schuilenburg werd in de winter van 1988/89 onder leiding van prof. dr. Henk Kars van de ROB, een opgraving verricht. Dit op basis van de positieve beoordeling door een tweetal Paleo-deskundigen van een aantal van de onderstaande artefacten, die daar al eerder waren gevonden. De opgravng duurde in totaal drie weken. Op de foto de geïmproviseerde tent, waarmee kou, sneeuw en regen nog enigszins buiten werden gehouden.
Het dekzand was weg gehaald.
De tent staat direct op het keizand. Op het oude woon- en leefoppervlak van de Neanderthaler (zie tekst boven). De besluitvorming om onder deze weers- omstandigheden toch te gaan opgraven zegt genoeg over de waarde die door Kars aan de expertise van de deskundigen werd toegedacht.
Er werden meerdere artefacten in onverstoorde grond aangetroffen en ingemeten, waaronder een 'Keilmesser' of 'Prodnik'. De gegevens ervan zijn nooit openbaar gemaakt.
Foto 6: Nog een paar "Hyalithicum'-artefacten van de vindplaats Mander. Ook hier geen type-artefacten.
Foto 7: Kenners van het Heidelbergien zullen in de opstelling van de expositie diverse artefacten kunnen aanwijzen die binnen deze cultuurtraditie thuishoren, o.a. het grote zware witte artefact is daar het duidelijkste voorbeeld van. Het is een met de bipolair-techniek gemaakte 'choppingtool'. Op pagina 6 van het boekje bij deze expo staat een dubbelganger uit Namibië/Angola van de Oldowan-cultuur. Dat stuk wordt gerekend tot het Oud-Paleo van meer dan 230.000 BP. En dat exemplaar is zelfs 'vers'.
Door Marcel Niekus geïntroduceerde benaming (juni 2008), zie *).
*) De 100 Franse vuistbijlen komen uit de collectie van APAN-lid Idzard Vonk. De getoonde bijlen vormen een doorsnee van alle typen vuistbijlen die er in de regio 'Le Grand Pressigny' gevonden kunnen worden, van de oudste Abbevillien- tot de jongste Moustérientypen uit het MTA. Op geen van de tentoongestelde bijlen is de hoogglans windlak=hyaliet te herkennen. Omdat deze bijlen geen rol spelen in het artikel zijn ze niet besproken en zijn er geen foto's van afgebeeld.

GELEZEN 1
Drs. F. de Vries in een ingezonden brief over Franse vondsten op de weblog van de heer J.F. Kloosterman:
"Zoals u vast weet zoeken elk jaar diverse APAN-leden in Frankrijk naar vuistbijlen. Ik stel een exemplaar ter beschikking van het onlangs verschenen en rijk geïllustreerde boek “Zwerfstenen in Fryslân” aan degene die de komende vakantieperiode de meeste gewindlakte Franse vuistbijlen – uiteraard met glans, putjes – voor u meebrengt. Als ze goed hun best doen dan wordt u bedolven onder deze glimmers die uiteraard het gletsjerijs nooit hebben gezien.
Als de oogst tegenvalt – dat kan natuurlijk, ook in Frankrijk zit het weer immers niet altijd mee – dan helpen wij een handje. Ik heb al aardig wat van deze o.m. Franse vuistbijlen gefotografeerd voor een komende windlak=windlak-publicatie. Ik ben benieuwd welk vluchtverhaal u verzint om de winnaar van het boek ervan te overtuigen dat uw theorieën toch kloppen. Het zal toch niet zo zijn dat u met een serieus gezicht gaat vertellen dat de maximale gletsjeruitbreiding niet tot Midden-Nederland heeft gereikt, maar tot ver in Frankrijk! Ik hoor te zijner tijd graag van u wie de winnaar van het Zwerfstenenboek is.

OPMERKING
De jongste APAN-dag op zaterdag 20 september in het Limburgs Musueum werd door vele leden bezocht. Er werd een groot aantal prachtige artefacten getoond uit diverse cultuurperioden en regio's, o.a. vuistbijlen uit het zoekgebied rondom Le Grand Pressigny in Midden Frankrijk. En met in gedachten de wedstrijd die door drs. Frans de Vries werd uitgeschreven (zie tekst hierboven), werden m.n. die vondsten speciaal bekeken op de aanwezigheid van windlak=hyaliet. Op geen enkel stuk bleek deze mineraal-afzetting aanwezig. Het wachten is nu op de windlak=windlak-publicatie van drs. De Vries, waarin hij 'aardig wat' exemplaren uit Frankrijk zal tonen met dit fenomeen op het oppervlak.

GELEZEN 2
In een ingezonden brief van 29-05-08 op de weblog van de heer Kloosterman geeft de paleo-archeoloog Marcel Niekus een omschrijving van de vondsten van Schuilenburg en Appelscha (van Sigrid Wolff). Hij schrijft: "....Natuurlijk beweren de heren dat er wel vergelijkbare complexen zijn (vergelijkbaar met Hoogersmilde, Hijken en Eemster, red), en voeren dan ‘vindplaatsen’ als Schuilenburg op en de zogenaamde artefacten van Appelscha om maar een paar te noemen. Ook in deze gevallen gaat het om pseudo-artefacten die met emmers tegelijk zijn op te scheppen op het keileemplateau".

OPMERKING
De APAN meent dat omdat het Smildien is vals verklaard en Schuilenburg tot incerto facto's, de archeoloog Niekus daarom bewust deze negatieve uitspraak gedaan heeft. Dit omdat de artefacten van Schuilenburg en Appelscha overduidelijk aantonen dat er een 'vers' in situ Midden Paleolithicum aanwezig is op het Drents keileemplateau, welke in het geval van Appelscha volkomen gelijk is aan het Smildien van Vermaning (Hoogersmilde enz.) en dat het in het geval van Schuilenburg gaat om een nieuw ontdekte cultuur, waarvan de artefacten in de bipolair-techniek geslagen zijn.
De APAN zou het zeer op prijs stellen dat Niekus zijn woorden waar zou maken en bijvoorbeeld in het IJstijdenmuseum in Buitenpost, op een speciaal daarvoor geplande dag, die emmers vol gelijke stukken aan de APAN-leden zou tonen. Dan zou hij tegelijk even aan kunnen wijzen waar de slijptolsporen zitten die hij beweert gezien te hebben op de APAN-Eemstervondsten.

terug naar: Neanderthalers bij Balloo ?
KLIK VOOR HET NIEUWE ARTIKEL OVER JADEIETBIJLEN
Links naar alle artikelen en bijdragen op ApanArcheo, inclusief PDF-artikelen.

Over de APAN

Uitleg bij het APAN-vignet

APAN/EXTERN

Eemster, de vindplaats

APAN-onderzoeken

Tjerk Vermaning

Rapport Roebroeks- Eemster revisited

Artefacten her-determinatie

Collectie Sigrid Wolff

Collectie Groot Obbink

Collectie Limburgs Museum

Collectie Albert Siebring


Harry Huisman de stenenman

Abrasie in museum Les Eysies

Neanderthaler in Fryslân

Moustérien in Europa

De bipoplair-techniek

48 Vuistbijlen uit de Noordzee

Pijl&Boog van Hardinxveld

Neanderthaler in Drenthe

Jadeitbijlen in Neolithicum

De paardenjagers-godin

Hyaliet is een afzetting

Schuilenburg Midden Paleo 1
Schuilenburg Midden Paleo 2
Schuilenburg Midden Paleo 3
Schuilenburg Midden Paleo 4
Schuilenburg Midden Paleo 5

West Runton 1.800.000 BP

Mammoet van Wezuperbrug

Film

Stenenzoeken in het post-Vermaning-tijdperk

Foto's van Noordelijk vers-MP

Micoquin - Leek 1
Micoquin - Leek 2
Micoquin - Leek 3

Drie Wâldgroepschaven

Schuilenburg snavelboor

Gieten MP-snavelboor

Gieten MP-holschaaf

MP-vuistbijl van Joldelund

Grootste MP-schaaf Friesland

Bipolair MP Friesland

PDF-artikelen

Van Hyaliet tot vers
Wilhelminaoord lezing GJ van Noort

Wat gebeurde er nou echt met de Neanderthalers?

APAN/EXTERN 11- Eemster waarheid in situ

Neolithisch depot van Ravenswoud

Brabantse Broddels 1

Archeobrief - APANbetoog

Brabantse Broddels 2

Open brief aan prof dr Louwe Kooijmans

Brabantse Broddels 3

Het Leiden-glaciaal in Nederland

MP-merkwaardigheden

Collectie Sigrid Wolff

Spitsschaaf Bemmel

Standvoetbekerbijltje Leek

De migratie van jagers/verzamelaars van
de Hamburgcultuur in de Noord-Europese
laagvlakte (13.000 - 11.000 BP)


Een rendierjagersvindplaats van de Ahrens-burgcultuur in de Zuidelijke Noordzee
Inclusief: Een sjamanentrommel uit 1737 als verklarend “woordenboek” voor 11.000 jaar oude tekens?

Ahrensburgtekens in het Laat Mesolithicum

IJstijdkunst en de Maanmythe

Spaubeek; van rolsteen tot slijpsteen. Onderzoek
van een oudpaleolithisch vondstcomplex


Gekerstende oude heilige plaatsen

Brabantse Broddels 4

De Leemdijkbijl. De bewogen geschiedenis van een Drentse vuistbijl'. Door A. M. Wouters.

Engelstalige PDFs

Over Jadeietbijlen in het Neolithicum
The big search for 'Green' started 5000 BC. The beginning of a new Era

Over het hoe en wat van de Neanderthalers
The effects of metabolic changes in pleistocene
hominids


Boekbesprekingen

Over het boek Scherpe stenen op mijn pad
De zwanenzang van professor H.T. Waterbolk:
een compositie in dissonanten

Over het boek Op zoek naar de Kelten. Nieuwe archeologische
ontdekkingen tussen Noordzee en Rijn

Op zoek naar de Kelten. Een boekbespreking

Over een spannend archeo-boek
Het Peruvium Project







Voor een foutloze weergave open ApanArcheo in Internet Explorer of Google Chrome

 

EEN BIJZONDERE WEBLOG (helaas niet meer te vinden op het web in de hier besproken vorm)

In Friesland is momenteel een bijzondere weblog online. Hierop ontvouwt zich de laatste tijd een onverwachte kritische zienswijze richting beroepsarcheologen.

Wat vooraf ging. Op zaterdag 3 februari 2008 werd in Leiden de 18e officiële Steentijddag gehouden. Deze werd zoals elk jaar ook weer bezocht door de beheerder van de weblog, dhr. Jan Kloosterman, samen met drs. Lammert Postma, redacteur van @rcheoforum. Beiden kunnen beschouwd worden als de oprichters van het IJstijden Museum in Buitenpost.

Kloosterman plaatst daags na dit bezoek al een verslag van de Steentijddag op zijn weblog. Daarin valt te lezen dat de dag weer geslaagd was geweest. Op de treinreis terug naar het 'Heitelân' werd er dan ook gezellig over nagepraat met een aantal amateurs uit Steenwijk die ook naar de Steentijddag waren geweest. Het gesprek zou echter eindigen in een zeer kritische beschouwing over de houding van beroeps richting amateurs. In de coupé ontstond een rebelse sfeer.

Er werd gesproken over het miskende talent van amateuracheologen en over de praktijkarcheoloog contra de wetenschappers in de archeologie. Ze wensten een officieel onderzoek over de gevolgen van erosie op de aan de oppervlakte liggende artefacten. Er werd vastgesteld dat de wetenschap leed aan het Tjerk Vermaning syndroom en daarom 'verse' artefacten niet erkende als Midden Paleolithen. Alleen de aan de oppervlakte gevonden losse eenling-windlakstukken werden positief beoordeeld. Daarover was de laatste tijd nogal wat ongenoegen ontstaan.

De weblog. Op zijn weblog werpt Kloosterman zich min of meer op als de woordvoerder van deze groep. Als oud-bestuurder is hem dit wel toevertrouwd. Hij kan tegengestelde meningen diplomatiek onder woorden brengen. In zijn slotconclusie roept Koosterman dan ook op tot een nieuwe samenwerking met de beroeps. Hij schrijft: "De aardbeving van de Tjerk Vermaning tijd is over. De achterhoede gevechten die daarover nog worden gevoerd mogen wat mij betreft in de doofpot. Het is tijd voor het serieuze werk van de archeologie in Noord Nederland. Dat serieuze werk bestaat uit het samen in gesprek gaan waarbij niet een groot deel van de met grote zorg gezochte en gedetermineerde artefacten naar de prullenbak worden verwezen. Dat is miskenning. Twee zaken die de komende jaren de aandacht vragen. Een onderzoek naar het ontstaan van hyalietglas of windlak waarbij ook de atmosferische omstandigheden en het klimaat van de afgelopen duizenden jaren in dat onderzoek meegenomen wordt. In dat onderzoek zal ook bepaald moeten worden wat de invloeden in die duizenden jaren zijn geweest op de midden Paleolithische oppervlakte vondsten van veel amateur archeologen".

Onderzoek naar MP's. APAN-leden moet dit bekend in de oren klinken. Deze visie wordt immers al jaren door de APAN verkondigd. Het gevolg ervan is wel dat de wetenschap zich verre houdt van discussies met amateurs die deze visie aanhangen. Dat heeft Kloosterman direct al kunnen merken, want de paleo-deskundige Marcel Niekus roept hem in een ingezonden reactie op het matje. Niekus verwoordt dat alsvolgt: "Het meest kwalijke aspect van de weblog van Kloosterman is dat er een controverse tussen ons en amateur-archeologen wordt gecreëerd die er helemaal niet is! We werken nu al samen met een aantal enthousiaste en kundige amateur-archeologen en hopen dat in de komende jaren er nog velen aan het project zullen deelnemen. Het is betreurenswaardig dat Kloosterman op deze wijze bewust of onbewust een wig lijkt te willen drijven in een jong project over oude zaken".

Dat jonge project waarop hij doelt is een in 2007 opgestart onderzoek naar het Midden Paleolithicum van Noord-Nederland, naar de MP's.. Niekus daarover: "Een van de doelstellingen van ons project is om meer inzicht te krijgen in de landschappelijke ligging van nederzettingen van de Neanderthaler in bovengenoemd gebied".

Opening expo. Op 4 april 2008 werd tegelijk met de opening van het 8e Archeologische Steunpunt in Friesland de tentoonstelling 'Neanderthalers in Fryslan' geopend door de Commissaris van de koningin in die provincie, Ed Nijpels. Het IJstijden Museum in Buitenpost kwam er ruimschoots mee in het nieuws. Op de expositie 'Neanderthalers in Fryslân' zouden vele midden paleolithische artefacten van de Neanderthaler uit Friesland liggen, naast meer dan 100 vuistbijlen uit Midden-Frankrijk *). Dat beloofde een boeiende exposite te worden. Een van de samenstellers ervan verspreidde immers kritische meningen via zijn weblog en de andere was al bekend als een redacteur van @rcheoforum. Samen schreven ze het bijbehorende boekwerkje bij deze expositie. Dat boekje werd verzorgd door drs. Frans de Vries, de hoofdredacteur van @rcheoforum. Genoeg kennis in huis om er wat van te maken.

Het IJstijden Museum in Buitenpost is zeker een bezoekje waard. Er is een indrukwekkende verzameling zwefstenen ondergebracht. En het archeologisch gedeelte mag ook gezien worden, vooral de vele vuistbijlen uit Midden Frankrijk. Alle typen uit verschillende tijdperken en culturen zijn vertegenwoordigd, van Abbevillien tot Moustérien. Dus ook van de Franse Neanderthaler. En hoe zit het met zijn Friese neef?

De 'Neanderthalers in Fryslân' blijven echter onzichtbaar. Het waarom daarvan wordt alsvolgt duidelijk gemaakt in het begeleidende boewerkje, er wordt nl gesteld: "Vaak worden de Neanderthaler-artefacten gevonden op plaatsen waar ook stenen werktuigen uit latere steentijdperioden liggen. Hieruit is af te leiden dat Neanderthalers voor een deel zochten naar plaatsen waar zij dezelfde leefomstandigheden aantroffen als de moderne mens die dat duizenden jaren later deed. Bijvoorbeeld een droge beschutte plek met water en jachtwild in de buurt".

Waar is hij? De Neanderthalers zijn dus
al duizenden jaren gewoon onder ons vermengd, daardoor zien we ze niet. Want die andere steentijdperioden die bedoeld worden zijn woonoverblijfselen van de Homo sapiens, de mens die na de Neanderhaler op het toneel verscheen.
Hij is de drager van het Hamburgien, de Tjongercultuur, het Ahrensburgien, het Mesolithicum en het Neolithicum. Allemaal van na de laatste ijstijd, het Weichselien, en de vroegste is niet ouder dan 14.000 BP. Van mensen als ons dus. Van al deze culturen zijn in de holocene afzettingen in Friesland nederzettingen terug gevonden. Uit het citaat hierboven blijkt dat de Neanderthal-nederzettingen daar dus ook ergens in verwacht worden.

Dit is een zware onderkenning van de werkelijke situatie en het is niet te begrijpen dat deze onderlegde amateur archeolgen deze visie verkondigen. Ze hoort echter wel bij de windlaktheorie zoals die nu al decennia lang wordt aangehangen. En het is vnl die categorie, van allemaal los aan de oppervlakte gevonden windlak=hyaliet-artefacten, die in het IJstijden Museum tentoongesteld wordt en die gepresenteerd wordt als bewijs voor de aanwezigheid van de 'Neanderthalers in Fryslân'. Vreemd is dat er na 30 jaar zoeken in o.a. de wijde omgeving van Buitenpost geen enkele nederzetting van hem is terug gevonden, maar alleen wat losse artefacten. Op een paar na, altijd hoog glanzend.

Hier was hij. De Neanderthaler leefde op een bodem onder onze bodem. Dus liggen zijn artefacten, wanneer in situ aangetroffen, altijd onder die van het Hamburgien, 'verpakt' in een speciale' matrix en zijn daardoor altijd 'vers' gebleven. Hij leefde op de bodem die een aanvang nam in het Eemien. Zijn artefacten worden dan ook gevonden in het overblijfsel daarvan, het keizand. Daarin liggen ook de in situ nederzettingen van de Neanderthaler.
De bekendste zijn Hoogersmilde, Hijken, Eemster en Schuilenburg. Uit de omgeving van Ravenswoud komt o.a. de bekende vuistbijl 'het Oog'. Uit Noord-Burgum en omgeving komt de Wâldgroep, waarbinnen een joint van elf stukken is gereconstrueerd. Ook vlakbij Bakkeveen is een site van deze cultuur ontdekt.
Op Texel vertoefden ze op de Hooge Berg.

In alle gevallen gaat het om meeerdere, soms zelfs over de honderd artefacten per vindplaats. En altijd vers, rechtsreeks uit de keizanden, dus zonder windlak =hyaliet. Precies zoals elders in Europa. Hierover niets op deze expo. Het is een gemiste kans. Zeker gezien de kritische geluiden over 'miskende amateurs' en hun gewenste onderzoek naar windlak =hyaliet op de weblog van dhr. Kloosterman. Maar ook gezien een tekst uit het begeleidende boekje, geschreven door de samenstellers van de expositie, waarmee ze aangeven dat ze precies weten waar het om gaat en dat ze weten dat er nooit een landschappelijk fraai gelegen nederzetting van de Neanderthaler in de dekzanden aangetroffen kan/zal worden. Dat is overduidelijk want ze schrijven: "Het keizand/keileemoppervlak was de ondergrond waarop de Neanderthaler leefde".

HET 'HYALITHICUM'
Vitrine 2. Hierin een aantal 'Hyalithicum'-vondsten waarvan verondersteld wordt dat ze van Neanderthalers in Fryslân afkomstig is, gevonden in de omgeving van Buitenpost. De stukken zijn gedetermineerd als afslagen. Het artefact rechts-onder op de onderste foto lijkt echter nabewerkt tot een 'rostrocarinaat', of een ruimboor. Ook wel 'neusje' genoemd. Dit type artefact kan alleen verkregen worden middels de bipolair-, of aambeeldtechniek. Het is een type-artefact uit het Heidelbergien van ver voor de Saale-ijstijd, dus ouder dan 230.000 BP.
De maker ervan was dan geen Neanderthaler maar de Homo heidelbergiensis. Binnen de driftartefacten op het Drents/Friese keileemplateau worden ze vaak aangetroffen. In de Stuwwallen van Midden-Nederland werd deze cultuur door amateur archeologen in de 70er jaren van de vorige eeuw in situ aangetroffen. De artefacten uit die laag vertonen geen hyaliet en zijn redelijk 'vers' gebleven. Zie de vele artikelen daarover in de Archaeologische Berichten.

NEANDERTHALERS IN FRIESLAND (Fryslân) EN HET 'HYALITHICUM'

©2008 APAN