terug naar Neanderthalers bij Balloo?
Detailkaart 3. Uitgegeven door de RGD, Rijks Geologische Dienst
Kaartblad Assen West, 12W, Assen Oost, 12 O. Schaal 1 : 50.000

Zonder dek- en stuifzanden, venen en esdekken

Bespreking van de detailkaart van de geologische situatie rondom Assen. (Uit: toelichting.van de Geologische kaart van Nedereland, 1 : 50.000, Detailkaart 3. Uitgegeven door RGD, Kaartblad Assen West, 12W, Assen Oost, 12 O).

Op de kaart zijn verschillende bodemlagen middels diverse kleuren en rasters van elkaar te onderscheiden: De roze kleuren staan voor gebieden waar keileem uit de Saale ijstijd dagzomend is. Hoe donkerder de kleur roze, hoe hoger boven NAP. In deze keileem wordt vaak een keizand aangetroffen dat ontstaan
is uit een bodemvorming uit het Eemien.
 
De licht-gele kleur staat voor de laagste delen in het landschap. Dit zijn beekdalsytemen die ontstaan zijn in de Saale-ijstijd door het afsmeltende ijs van de ijsbedekking uit de Saale ijstijd. In deze dalen is de grondmorene - het keileem- totaal weggespoeld. Het zijn erosiedalen. Dit erosieproces is ook nu nog gaande.

Direct grenzend aan die erosiedalen, helling opwaarts, ligt vaak een stenenrijke laag. 
Op de kaart aangegeven met grijs met daarin opgenomen roze-driehoekjes. Het zijn de z.g.n. 'zwerfsteenvelden' die rusten op de oudere eronder liggende laag van voor de Saale-ijstijd (de laag van Eindhoven of de laag van Peelo). Deze 'zwerfsteenvelden' zijn tijdens het afsmeltproces van het landijs aan het eind van de Saale uit het wegspoelen van de keileem overgebleven. Het verspoelde keileem verdween richting de beekdalen. Stenen uitgespoeld uit dat keileem bleven op de hellingen en beekdalen achter. Gedurende dit afsmelten is het  'hyaliet' op de stenen afgezet daar de Ph hoog was door het vele kalk dat in de keileem en bij het afsmelten vrij kwam. Bijna alle bekende 'windlak'artefacten, w.o. de vuistbijl van Anderen, werden op deze hellende zwerfsteenvelden gevonden. In Paleo Actueel (blz 1) wordt dat door de noordelijke Paleo-wetenschappers als volgt verwoord: "...dat vuistbijlen vooral (maar niet altijd) langs dalranden worden gevonden".
Het vinden van concentraties, die wijzen op een kampement, wordt volgens deze wetenschappers bemoeilijkt door het grote aantal stenen die in deze laag aanwezig is. Op blz. 2 staat over het vinden van een kampement, dat het: "...een vrij hopeloze exercitie is vanwege de vaak grote hoeveelheden vuursteen die aan het oppervlak ligt".

Op deze zwerfsteenvelden langs deze dalranden worden momenteel allerlei Neanderthal-vondsten geclaimd, waaronder zelfs één of meerdere kampementen bij Balloo. Op de kaart is te zien dat op deze gronden geen in situ van Eemien-afzettingen aanwezig zijn in de vorm van keizand, ontstaan door een bodemvorming in het Eemien, zoals op de echte keileemgronden. De stenen die na de Saale op deze gronden aan de oppervlakte lagen, waaronder misschien ook Neanderthaler-artefacten, raakten in de Weichsel-ijstijd bedekt met dekzand.

Het zou in theorie mogelijk kunnen zijn dat
in die laag Neanderthaler-kampementen aanwezig zijn, maar die zijn nog nooit aangetoond. Verse midden paleolithen,
de incerto facten, die in deze laag gevonden worden hoeven niet direct te wijzen op een kampement in deze laag, ze kunnen door erosie losgeraakt zijn uit de hoger liggende keizandlagen (uit de roze gebieden) en richting de beekdalen zijn afgevoerd. Bij Balloo zijn ook verse midden paleolithen gevonden (Paleo Actueel, voetnoot 7 op blz. 10), maar ze spelen in het onderzoek geen rol in de toewijzing van het kampement-Balloo.

Gelet op de keuze voor de windlak=hyaliet-artefacten op de vindplaatsen Zeijen en Balloo en gekoppeld daaraan de geologische grondlaag waarop de vondsten gedaan werden, moet de aanwezigheid van een Neanderthaler-kampement uitgesloten worden geacht. De gegevens op deze kaart van de Rijks Geologische Dienst, zijn ongetwijfeld bij deze Paleo-wetenschappers bekend. Het is dan
ook merkwaardig dat ze beweren dat deze vondsten gedaan zijn op 'het keileemplateau'. We zijn benieuwd naar de geologische onderzoeken die ter plaatse gedaan zullen worden. Op Archeoforum staat dat het volgende gaat gebeuren: "In samenwerking met geologen van TNO/NITG (de voormalige Rijks Geologische Dienst) te Utrecht zal dit voorjaar geologisch onderzoek op de nieuwe vindplaats bij Assen plaatsvinden. Tevens zal TNO/NITG een belangrijke bijdrage leveren aan de studie naar de landschappelijke ligging van Neandertaler-vindplaatsen op het Drents-Friese keileemplateau...".

Een nieuwe naam voor een oude Dienst betekent niet automatisch een andere kaart met nieuwe invullingen voor een oud gebied.

Klaas Geertsma en Govert van Noort

Onderstaande kaart werd mogelijk ook geraadpleegd door Niekus, Stapert en Beuker om veelbelovende locaties met Neanderthaler-atefacten langs beekdalsystemen in het landschap op te sporen. Daarvoor was het blijkbaar handig om dóór het dekzand enz. heen te kunnnen kijken. In Paleo Actueel 19 staat daarover op pag. 1, in het teken van de landschappelijke ligging van de artefacten, het volgende: "Als basis voor dit deel van de studie dient een bijzondere geologische kaart (‘topkeileemkaart’), waarin het huidige landschap is ontdaan van dek- en stuifzanden, venen en esdekken, en die als het ware het landschap laat zien ten tijde van de Neanderthaler".
De landschappelijke kenmerken op de foto van Jaap Beuker op Archeoforum, met daarop de paleo-archeoloog Marcel Niekus (lid van het team Roebroeks) met een groepje zoekers op een akker, zijn zo duidelijk dat de locatie onmiddellijk door meerdere mensen herkend werd. De vindplaats ligt ergens op een laag gelegen akker pal aan het Loonerdiep ten noord-oosten van Assen. Er is geen Neanderthaler leefvlak (Eemien bodemvorming) aanwezig. Die bodem is er ook nooit geweest. De akker behoort tot het stroomdal van het riviertje, dat al vanaf eind Saalien elk jaar na de winter, tot in historische tijden, het hele dal vulde met haar waterafvoer.

Zoeken naar de 'Neanderthaler in Drenthe' op deze laaggelegen akkers langs het beekdalsysteem van het Loonerdiep is daarom tijdverspilling, we raden het dan ook af. Indien u daar per toeval toch eens een windlakstuk vindt, of al eens gevonden hebt (er wordt al heel erg lang gezocht), wilt u dat dan doorgeven aan de APAN (via 'contact') en natuurlijk aan de provinciaal archeoloog van Drenthe Wijnand van der Sanden. Kan eventueel ook gemeld worden aan Jaap Beuker op het Drents Museum.

Gezien de beschreven artefacten van deze locatie in Paleo Actueel 19 en de foto's ervan op ApanArcheo, gaat het op de akker van de foto niet alleen om een enkel mooi bewaard gebleven windlakstuk, maar ook om zwaar verweerde nauwelijks nog herkenbare, zoals de onlangs nog gepresenteerde ca. 7cm lange 'levalloiskling' op Archeoforum. Dit stuk kan met recht het zwaarst verweerde artefact van West-Europa genoemd worden. Nooit eerder zo gezien in een collectie of museum.

Het is mogelijk om het gebied langs het Loonerdiep virtueel te bezoeken. Op deze link van google maps is het dorp Balloo het vertrekpunt: http://balloo.straatinfo.nl/luchtfoto.php
Het Loonerdiep behoort vanaf het eind van de Saale-ijstijd tot het afwaterings systeem van de tot 16m boven NAP nabij gelegen keileemrug. De loop van het meer dan 10m lager liggende riviertje is ten westen en ten noorden van het dorp Balloo te volgen. De vindplaats ligt op een zwerfsteenveld, hellingafwaarts, of beter gezegd op een erosiebodem zonder keizand en keileem, zoals in het artikel voorspeld, dus op het gebied met roze driehoekjes van de bovenstaande kaart. Een in situ van een Neanderthaler kampement is op deze gronden uitgesloten. De Eemien leefbodem van de Neanderthaler is er nooit aanwezig geweest. Hoger op de keileemrug richting de dorpen Balloo en Rolde, is die bodem mogelijk nog wel aanwezig en zou een in situ van een Neanderthaler kampement mogelijk kunnen zijn. Bij Rolde is in de vorige eeuw al eens een vers vuistbijltje gevonden. Door Van Giffen omschreven als 'Moustérien'. Recentelijk zijn in het gebied meer verse MPs gevonden.
Op de kaart van het gebied rondom Assen is in roze aangegeven waar de echte keileem dagzoomt. Het zijn de hogere delen in het landschap. De licht-geel gekleurde gebieden zijn de vlechtsystemen van beekjes. Die systemen zijn ontstaan door en tijdens het wegsmelten van het Saale-ijs. Grondlagen ouder dan de Saalle-keileem kwamen hierdoor aan de oppervlakte te liggen. Op de kaart zijn deze roze-gespikkeld aangegeven. Grofweg is dit de formatie van Eindhoven of Peelo. De keileem is plaatselijk dus totaal weggespoeld. Dit zijn de gebieden waar ontelbare stenen aan de oppervlakte liggen. Deze stenen zijn bij het afsmelten van het Saale-ijs uit de keileem losgespoeld richting de lager gelegen beekdalen. Op het oppervalk van het merendeel van deze stenen werd 'hyaliet' afgezet. Het uitzonderlijke milieu, een kalkrijke met een hoge Ph, waarin dit afzettingsproces plaats kon vinden was in die tijd op het Drents keelee plateau aanwezig. Veroorzaakt door het vele kalk dat vrij kwam bij het wegspoelen van het landijs. De schuivende gletjers hadden dit kalk opgenomen in Denemarken en Noord-Duitsland op weg naar het zuiden. De vindplaatsen van bijna alle bekende 'hyaliet-midden paleolithen', zoals de vuistbijl van Anderen, liggen precies in en op de hellingen richting beekdalsystemen. Ze liggen op de gronden zonder keileem en keizand. Deze artefacten komen net als de rest van de zwerfstenen, uit het keileem. Ook de vondsten van Balloo zijn op een dergelijk zwerfstenenveld gedaan, in het ovale gebied op de kaart. Het is misschien wat eigenwijs gesteld, maar de zienswijze van de presentatoren van deze vondst rammelt hierdoor dus aan alle kanten. Op Archeoforum presenteren ze hun visie met betrekking tot het vinden van Midden Paleolithen op deze gronden, het laat geen ruimte voor 'incerto facten', het lijkt een dogma. Midden Paleolithen moeten volgens de betrokken wetenschappers voldoen aan de volgende criteria: 'Alle artefacten vertonen oppervlakteveranderingen die zo kenmerkend zijn voor middenpaleolithische artefacten uit het keizand: windlak met putjes, afronding (niet-fluviatiel), krasjes, drukkegels, kryoturbatieretouches, secundaire vorstsplijting en kleurpatina’s (vooral bruin). Strikt genomen kunnen middenpaleolithische artefacten in de onderhavige geologische context alleen op basis van deze oppervlakte veranderingen worden herkend'. Dit type Midden Paleolith wordt zo zondermeer altijd aan de Neanderthaler gekoppeld van 130.000 tot 35.000 BP. Omdat deze losgespoelde werktuigen juist windlak=hyaliet hebben enz enz, ontstaan in de afsmeltperiode van het Saale-ijs, zo'n 130.000 BP, moeten deze werktuigen daar al aanwezig zijn geweest voordat dit proces begon en ze zijn daarom dan ook ouder dan Saale. Ze behoren tot de cultuurfases van het Heidelbergien of het Markkleebergien. Wind en zandstormen aan het einde van de Weichselijstijd waren niet de veroorzakers van het gladde en hoogglanzende oppervlak van vele stenen. Door deze natuurkracht ontstaat 'abrasie' en dat is een alles-vernietiger. Het is de grote zandstaalmachine van de Natuur. Hierdoor onstonden ook de winkanters. Dit proces is een schuurmachine en veroorzaakt doffe oppervlakken met vele 'kratertjes' met scherpe randen, als gevolg van inslaande zandkorrels. De oppervakken van 'de 17 van Balloo' zijn hoogglanzend zonder dit type kratertjes, ze hebben hyaliet op het oppervlak. Het zijn daarom losse vondsten zonder een enkele context. Dus ook niet behorend bij één of meerdere kampementen. Ze zijn ouder dan het Eemien en het vroege Weichselien, waarin ze geplaatst worden. Op de kaart van de Rijks Geologische Dienst is duidelijk aangegeven dat deze stenenvelden zijn ontstaan bij het afsmelten van het Saale-ijs en dat het restanten zijn uit de weggespoelde keileem. Op de gronden waarop ze gevonden zijn, is geen restant van een Eemien-bodemvorming meer aanwezig in de vorm van 'keizand', de laag waarin eerder al enkele Neanderthaler kampementen in situ op het Drents plateau werden aangetroffen. Dit zijn Hoogersmilde, Hijken, Eemster en Schuilenburg, ze liggen op roze vlakken net buiten deze kaart. De artefacten van deze sites hebben een zachte glanspatina, ontstaan door wrijving in de bodem, en de sites liggen in gebieden waar keileem dagzoomt en niet totaal verspoeld is geraakt.
In een eerdere versie van deze verhandeling hadden we de ligging van de akker van de Balloovondsten
met een kruisje op de bovenstaande geologische kaart aangegeven en er een precieze routebeschrijving naartoe bijgevoegd. In een mailbrief van 19-3-09 aan het APAN-bestuur beklaagde Marcel Niekus zich hierover en beschuldigde ons ervan dat we op die manier het wetenschappelijk onderzoek zouden verstoren door aanzet tot plundering van de vindplaats en het in handen willen krijgen van artefacten van deze locatie. Naar aanleiding van de Niekus-mailbrief willen we opmerken dat we omtrent de locatie van de vindplaats Balloo enkel en alleen de gegevens gebruikt hebben die het team Niekus nota bene zelf via het internet (Archeoforum) heeft bekend gemaakt. De precieze ligging van de vindplaast was dus al openbaar gemaakt! Wij wijzen dan ook de beschuldigingen met klem van de hand; we hebben geen enkel belang bij het verstoren van het officiële wetenschappelijke onderzoek van deze locatie door plundering en we hebben ook geen verlangen naar het willen hebben van dit verspoelde windlak=hyaliet-materiaal zonder context. We hebben van het begin af aan gesteld dat men eventuele vondsten daar gedaan ook moest melden bij de instanties en daarnaast nog, dat indien de site zou liggen op een akker met een intacte keizandbodem en wanneer de artefacten 'vers' zouden zijn, we de precieze ligging van de locatie niet nader bekend hadden gemaakt. Was die laatste situatie het geval geweest, dan hadden we deze verhandeling nooit hoeven schrijven. Desondanks hebben we besloten, in beraad met het APANbestuur, om de tekst aan te passen en het kruisje op de kaart te deleten, opdat de onjuiste indruk wordt weggenomen dat de APAN plundering zou goedkeuren. K.G. en G.J.v.N.
Webmaster: Klaas Geertsma
Klik op de bomenrij in het oranje kader en u ziet een foto met daarop
drs Niekus en enkele studenten van zijn zoekgroep op deze akker